Escitalopram Aurobindo 15 mg

55,00

Escitalopram Aurobindo 15 mg

Uitverkocht

Escitalopram

Beschrijving

Belangrijk om te weten

  • Escitalopram verbetert uw stemming en vermindert angsten en angstverschijnselen zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.
  • Bij depressie en angststoornissen, zoals dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.
  • Neem de tabletten en druppels in met een half glas water. U kunt de druppels ook mengen met bijvoorbeeld sinaasappel- of appelsap.
  • U merkt pas na een paar weken dat de behandeling werkt.
  • U kunt wel meteen last hebben van bijwerkingen zoals maagdarmklachten, hoofpijn en duizeligheid. Ook kunt u last krijgen van seksuele klachten zoals minder zin hebben in seks.
  • U kunt de eerste tijd suf zijn. Rijd dan geen auto.
  • Pas op met alcohol. Dit kan u nog suffer maken.
  • Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg met uw arts of u dit medicijn mag gebruiken.
  • Dit medicijn heeft veel wisselwerking met andere medicijnen. Laat uw apotheker daarom controleren of u escitalopram veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen. Ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
  • Als u escitalopram al een paar weken gebruikt, stop dan niet in één keer. Bespreek dit eerst met uw arts of apotheker.

Wat doet Escitalopram?

Escitalopram behoort tot serotonine-heropnameremmers ofwel SSRI’s.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.

 

Wat zijn de mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.

Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.

De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, krampen en vermindede eetlust.

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en zelden duizeligheid.

     

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid en een verminderd reactievermogen.

  • Slapeloosheid

  • In de war zijn (verwardheid), angst en nervositeit.

  • Droge mond

  • Verstopte neus of juist loopneus.

  • Wazig zien.

  • Zweten, gapen, trillen en bibberen.

  • Gewichtsverandering

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartklachten, zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.

  • Duizeligheid

  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen.

  • Hallucinaties (dingen zien en horen die er niet werkelijk zijn).

  • Haaruitval

  • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson, kunnen hier meer last van krijgen.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten, en vijandige gevoelens naar zichzelf of naar anderen.

  • Kans op een toename van het aantal aanvallen bij mensen met epilepsie.

  • Leverziektes

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten.

Hoe gebruik je dit medicijn

Hoe?

  • Tabletten: innemen met een half glas water.
  • Druppels: voeg de druppels toe aan een half glas water en drink dat op. U kunt de druppels ook mengen met een zoetzure drank, zoals sinaasappelsap of appelsap.

Wanneer?
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan ’s avonds voor het slapengaan in.

Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter ’s ochtends innemen.

Hoelang

  • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
  • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal een jaar blijven gebruiken.
  • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
  • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Sociale fobie. Als het medicijn na 4 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Specifieke fobie. Als het medicijn na 8 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 2 tot 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.

 

Mag Escitalopram met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnenis vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast escitalopram een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met escitalopram kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartziekte hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van escitalopram vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch escitalopram samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • Telaprevir, een medicijn tegen een vorm van leverontsteking, die hepatitis C wordt genoemd. De hoeveelheid escitalopram in het bloed kan door dit medicijn dalen. Hierdoor vermindert de werkzaamheid. Raadpleeg uw arts als u deze combinatie voorgeschreven heeft gekregen, mogelijk kan de arts een ander medicijn tegen hepatitis C voorschrijven.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Escitalopram kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u escitalopram gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
  • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met escitalopram gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Het medicijn tegen kanker ibrutinib. Dit medicijn verhoogt de kans op bloedingen. Overleg met uw arts.
  • Rifampicine, een medicijn gebruikt tegen onder andere tuberculose. De werking van escitalopram kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.
  • Carbamazepine, een medicijn tegen onder andere epilepsie. De werking van escitalopram kan afnemen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor. Neem in ieder geval contact op met uw arts als uw klachten verergeren, bijvoorbeeld als zich neerslachtiger of angstiger voelt.

Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

  • De pijnstillers pethidine en tramadol.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en trazodon.

Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, in de war zijn (verwardheid), angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de in de war zijn (verwardheid) en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met escitalopram gebruiken.

  • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
    fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met citalopram duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met escitalopram mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met escitalopram beginnen. Overleg met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Mag u zomaar stoppen met dit medicijn?

Nee, u mag niet zomaar stoppen met escitalopram. Stopt u in 1 keer? Dan kunt u last krijgen van klachten. Bijvoorbeeld angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten. Deze klachten worden ook wel onttrekkingsverschijnselen genoemd. Dit komt omdat uw lichaam gewend is aan dit medicijn. Niet iedereen heeft evenveel last van onttrekkingsverschijnselen.

Wilt u stoppen met escitalopram? Overleg dan met uw apotheker of arts. U maakt dan samen een afbouwschema. U bouwt af in stapjes zodat u niet opeens last krijgt van onttrekkingsverschijnselen. U krijgt dan iedere week een iets lagere dosering.

Vaak duurt het in totaal 2 tot 8 weken om te stoppen met escitalopram. Hoe snel u afbouwt hangt af van of u klachten krijgt. Kijk daarom, samen met uw arts en apotheker, hoe u reageert bij iedere stap. Zij kunnen u helpen als u klachten krijgt.

Krijgt u opnieuw last van depressie, angst of paniek? Of krijgt u last van onttrekkingsverschijnselen? Bespreek dit dan met uw arts of apotheker.

Gebruik bij zwangerschap of borstvoeding

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind.
Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen op een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Wel is bekend dat bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan wanneer u dit medicijn voor lange tijd gebruikt tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester). Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.
Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de baby of voor u zijn. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in een heel kleine hoeveelheid in de moedermelk. De kans dat er bijwerkingen optreden bij de baby is klein. Maar niet helemaal uit te sluiten. Merkt u dat de baby de eerste weken slecht slaapt, suf is, veel huilt, slecht drinkt of niet goed groeit? Neem dan contact op met uw arts.

 

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Enkel ingelogde klanten die dit product gekocht hebben, kunnen een beoordeling schrijven.