Beschrijving
Introductie Citalopram (als Hydrobromide)
Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI’s. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.
Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing.
Handelsinformatie
Citalopram is sinds 1995 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Cipramil en als het merkloze Citalopram in tabletten en druppels.
Hoe moet ik Citalopram (als Hydrobromide) gebruiken?
Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.
Hoe?
- Tabletten: innemen met een half glas water.
- Druppels: voeg de druppels toe aan een half glas water en drink dat op. U kunt de druppels ook mengen met een zoetzure drank, zoals sinaasappelsap of appelsap. Meng ze NIET met thee of melk.
Wanneer?
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan ’s avonds voor het slapengaan in.
Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter ’s ochtends innemen.
Hoe lang
- Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
- Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal 1 jaar blijven gebruiken.
- Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
- Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog 1 jaar blijven gebruiken.
- Sociale fobie. Als het medicijn na 4 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog 1 jaar blijven gebruiken.
- Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens 1 jaar blijven gebruiken.
- Seksuele stoornissen. Als het medicijn na 4 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert, en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.
Op welke bijwerkingen moet ik letten?
Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven.
Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.
De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Regelmatig
- Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, winderigheid, krampen en verminderde eetlust. Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Ook kunt u de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt.
Heeft u ooit een maag- of darmzweer gehad, of een andere ernstige maag- of darmaandoening, zoals een maag- of darmbloeding? U heeft dan meer kans op bijwerkingen op maag en darmen. Overleg met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts behalve dit medicijn ook een maagbeschermend medicijn voor.
Soms
- Sufheid, slaperigheid en een verminderd reactievermogen. Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten de eerste week van het gebruik en ook niet als u daarna last heeft van deze bijwerkingen.
- Slapeloosheid. Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd ’s ochtends in.
- Hoofdpijn en duizeligheid. Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.
- Droge mond. Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.
- Zweten. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.
Zelden
- Tijdelijke seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en vertraagde zaadlozing. Deze bijwerkingen gaan over als u met het medicijn stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.
- Gapen, trillen, oorsuizen en bibberen. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.
- Verwardheid, angst en nervositeit. Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.
- Gewichtsverandering. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.
- Huiduitslag en jeuk. Raadpleeg in dat geval uw arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen.
Zeer zelden
- Hartklachten zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.
- Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.
- Wazig zien. Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.
- Smaakstoornissen. Neem contact op met uw arts bij de eerste verschijnselen.
- Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloosheid. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson, kunnen hier meer last van krijgen. Raadpleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering van citalopram verlaagd worden.
- Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen. Raadpleeg uw arts als u daar vaak last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.
- Hallucinaties (dingen zien en horen die er niet werkelijk zijn). Raadpleeg dan uw arts.
- Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten, vijandige gevoelens naar zichzelf of anderen. Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren.
- Haaruitval. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.
- Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.
- Als u diabetes mellitus heeft: uw bloed bloedglucose) kan veranderen door dit medicijn. Controleer daarom vaker uw bloedglucose.
- Leveraandoeningen. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw bij deze klachten uw arts.
- Overgevoeligheid voor dit medicijn. U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor citalopram. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.
- Dit middel kan de huid gevoeliger maken voor UV-licht (zon, zonnebank, UV-lamp). Blootstelling aan zonlicht, zelfs voor korte perioden, kan huiduitslag, jeuk, roodheid en andere verkleuring van de huid of ernstige verbranding door de zon geven. Een zonnebrandcrème met hoge beschermingsfactor beschermt hier slechts gedeeltelijk tegen. Blijf daarom uit direct zonlicht, met name tussen 10.00 en 15.00 uur en draag beschermende kleding, waaronder hoed en zonnebril.
Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van een van de bovengenoemde bijwerkingen of als u andere bijwerkingen ervaart waar u zich zorgen over maakt.
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Heeft Citalopram (als Hydrobromide) wisselwerkingen met andere medicijnen?
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnenis vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u behalve citalopram een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
- Bij combinatie van citalopram met een van de volgende medicijnen heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik de volgende medicijnen NIET samen met citalopram: amiodaron, anagrelide, arseentrioxide, azitromycine, chloorpromazine, chloroquine, claritromycine, disopyramide, domperidon, droperidol, erytromycine, escitalopram, flecaïnide, haloperidol, ibutilide, ketanserine, kinidine, methadon, moxifloxacine, ondansetron, pentamidine, pimozide, sevofluraan, sotalol, sulpiride en vandetanib. Overleg met uw arts. Mogelijk kan hij een ander medicijn voorschrijven.
- Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur en naproxen. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van citalopram vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch citalopram samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
- Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en trazodon. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met citalopram gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al gestopt bent met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een ander medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
- De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Citalopram kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u citalopram gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
- De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met citalopram gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.
- De pijnstillers fentanyl, oxycodon, pethidine en tramadol.
- Het antibioticum linezolid.
- Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline
Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.
Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.
Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met citalopram gebruiken.
- Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met citalopram duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met citalopram mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met citalopram beginnen. Overleg met uw arts.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Als ik Citalopram (als Hydrobromide) gebruik, mag ik dan…
autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid, verwardheid, angst, nervositeit en wazig zien. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste dagen van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen.
Let op: ook depressiviteit of ernstige paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.
Voor meer algemene informatie kunt het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.
alcohol drinken?
Alcohol versterkt het versuffende effect van dit medicijn. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan citalopram, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.
alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.
Mag ik Citalopram (als Hydrobromide) gebruiken als ik zwanger ben of borstvoeding geef?
Zwangerschap
Bij gebruik tegen depressie
Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap kan het kind namelijk ontwenningsverschijnselen en andere bijwerkingen krijgen na de geboorte. Maar depressieve klachten kunnen ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.
- Heeft u een kinderwens? Overleg dan eerst met uw arts. Mannen kunnen door dit medicijn minder vruchtbaar zijn. Daardoor heeft de vrouw minder kans om zwanger te worden.
- Gebruikt u dit medicijn al en bent u zwanger geworden? Overleg dan meteen met uw arts. Stoppen met dit medicijn wordt meestal niet aangeraden. Terugkeer van de depressieve klachten kan schadelijk zijn voor de moeder en het kind.
Bij andere toepassingen
Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Bij gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap kan het kind namelijk ontwenningsverschijnselen en andere bijwerkingen krijgen na de geboorte.
Heeft u een kinderwens? Overleg dan eerst met uw arts. Mannen kunnen door dit medicijn minder vruchtbaar zijn. Daardoor heeft de vrouw minder kans om zwanger te worden.
Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Dit medicijn komt in een kleine hoeveelheid in de moedermelk terecht. Het kan dan bijwerkingen bij het kind geven. Dit merkt u doordat uw baby dan onrustig is, veel huilt, slecht drinkt, suf is of diarree heeft.
Als uw arts vindt dat u borstvoeding kunt geven, let dan goed op deze verschijnselen. Als deze verschijnselen optreden, neem dan contact op met uw arts.
Bij gebruik tegen depressie
Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven, zoals paroxetine of sertraline. Met deze medicijnen is namelijk meer ervaring met gebruik tijdens borstvoeding.
Wat moet ik doen als ik een dosis vergeten ben?
Het is belangrijk dat u dit medicijn consequent blijft slikken. Mocht u toch een dosis vergeten, neem deze dan alsnog in binnen zestien uur. Duurt het nog minder dan acht uur voor u de volgende dosis hoort te nemen, sla de vergeten dosis dan over. Neem geen dubbele dosis.
Kan ik zomaar stoppen met Citalopram (als Hydrobromide)?
Bouw bij voorkeur langzaam af over een periode van 4 weken. Na plotseling stoppen krijgen sommige mensen last van angst, duizeligheid, draaierigheid, hoofdpijn, misselijkheid en zweten.
Deze verschijnselen treden vaak pas 1 tot 4 dagen na plotseling stoppen op en zijn binnen 3 weken over. Niet iedereen heeft veel last van ontwenningsverschijnselen.
Kijk daarom hoe u reageert als u de dosering iets vermindert. Als u er geen last van heeft kunt u sneller afbouwen. Vraag uw arts of apotheker hierbij om advies.
Als u dit medicijn gebruikt tegen depressiviteit: wees er op bedacht dat het effect van citalopram pas na ongeveer 6 weken maximaal is en dat u het medicijn daarna nog minstens 6 maanden moet blijven gebruiken.
Als u eerder stopt heeft u meer kans dat de depressie terugkomt. Als u dit medicijn gebruikt tegen een depressie wordt vaak over meerdere maanden afgebouwd, om te voorkomen dat de verschijnselen van de depressie terugkomen.
Als u dit medicijn gebruikt tegen paniekstoornis of angstgevoelens moet u vaak over meerdere maanden afbouwen. Zo voorkomt u dat de klachten terugkomen
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.